In een laboratorium van de Russische Academy of Science krioelt het van de rondwormen.

Hier krijgen de wormen voeding en colibacteriën, en op het eerste gezicht zou je niet zeggen dat de wormen al duizenden jaren oud zijn.

De wormen kwamen uit twee boormonsters van Noordoost-­Siberië.

Eén daarvan is een kern van het ijs bij de rivier de Kolyma van 30 meter onder de grond.

Door een analyse van de grond en de plantenresten is bevestigd dat deze van ongeveer 32.000 jaar geleden zijn. Het andere monster kwam van 3,5 meter diepte bij de Alezejarivier en is ongeveer 42.000 jaar oud.

De rondwormen kwamen tienduizenden jaren geleden vast te zitten in de permafrost van Siberië. Nu zijn deze in een laboratorium in Rusland weer tot leven gewekt.

De Russen hebben de wormen uit deze monsters gehaald en lieten de wormen bij 20 °C ontdooien. Met wat hulp kwamen de wormen weer in beweging.

Hiermee vestigden de Russen een nieuw record in cryptobiose. Cryptobiose is het vermogen om de stofwisseling uit te schakelen en later weer tot leven te laten komen.

Dit komt omdat ze het water in hun cellen uitscheiden en zo zorgen dat ze niet kapot gaan wanneer hun watermoleculen bevriezen.