Autodidact
Antoni van Leeuwenhoek heeft zichzelf heel veel dingen aangeleerd. Op jonge leeftijd was hij al geïnteresseerd in wiskunde, natuurkunde, scheikunde en de sterren. Officieel was hij lakenhandelaar en gebruikte een soort loep om het aantal draden in een laken te tellen. Hierop is hij verder gaan denken en heeft de lenzen van de loep zo ontwikkelt, dat ze de dingen nog meer konden vergroten. Er was al iemand, Robert Hooke, die zoiets deed maar kon het niet zo vergroten zoals Antoni. Bij Robert was het maar 30 keer vergroot, terwijl het bij Antoni kon oplopen tot 270 keer.
Meer weten door beter te kunnen kijken
Omdat Antoni de dingen erg kon vergroten, kon hij uiteindelijk de bacteriën zien, zoals hij ze noemde de Animalcules. Hij heeft ook bloed onder de microscoop gelegd, sperma en allerlei andere dingen die je maar kan bedenken op basis van mensen en dieren. Door dit alles wordt hij gezien als de uitvinder van de microscoop en daarmee de grondlegger van de microbiologie.
Antoni
Antoni kan op vele manieren geschreven worden, met een y, ie een h achter de t. Maar eigenlijk is hij geboren als Thonis Philipszoon in 1632 in Delft. De plaats waar hij ook sterft aan een zeldzame ziekte in 1723.